Laatste kans om uiterlijk 30 september a.s. compensatie bij het UWV te vragen voor “oude” gevallen.
Sinds de opening van de inschrijving voor compensatie transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid op 1 april 2020 hebben al vele werkgevers een aanvraag voor de compensatie ingediend bij het UWV. Het is echter ook wel logisch dat de start van de inschrijving sommige werkgevers is ontschoten, omdat we toen andere zaken aan het hoofd hadden midden in de “intelligente lockdown”. Het kan dus nog wel lonen om nu even “in de archieven” te kijken of er tussen 1 juli 2015 en 31 maart 2020 een (transitie)vergoeding is betaald aan een werknemer die uit dienst ging na 2 jaar ziekte. Als je uiterlijk op 30 september 2020 de aanvraag nog indient bij het UWV kom je nog steeds in aanmerking voor compensatie van (een gedeelte van) de betaalde vergoeding van deze “oude” gevallen. Op de site van het UWV kan de compensatie worden aangevraagd.
Door de Coronaperikelen had het onderwerp (compensatie van) transitievergoeding na twee jaar ziekte wat minder aandacht bij mij. Daarom goed dat ik eraan herinnerd werd door het lezen van een uitspraak van de Rechtbank Limburg van 26 augustus 2020. Deze zaak stelt een best wel wijdverbreid misverstand onder werkgevers aan de kaak. Vaak wordt gedacht dat als werknemers tijdens of aansluitend aan de twee jaar ziekteperiode bij een andere werkgever gaan werken (meestal in het kader van een tweede spoor re-integratie traject) het dienstverband met de “eerste” werkgever vanzelf eindigt of dat de werknemer in dat geval verplicht is om zijn arbeidsovereenkomst met de eerste werkgever op te zeggen. Het gevoel dat veel werkgevers daarbij hebben is dat juist het doel is bereikt; een geslaagd tweede spoortraject en dus een geslaagde “transitie” en er wordt dan vaak gedacht dat er geen transitievergoeding meer hoeft te worden betaald.
Dat is echter onjuist, zo blijkt ook uit de uitspraak van de Rechtbank Limburg. De Rechtbank geeft aan dat als er aan de door de Hoge Raad in de Xella uitspraak geformuleerde uitgangspunten wordt voldaan (eerdere blogs over de Xella uitspraak (en gevolgen) vind je hier en hier), de werkgever dient in te stemmen met een beëindigingsvoorstel van de werknemer na twee jaar ziekte onder betaling van een vergoeding ter hoogte van de transitievergoeding. De Rechtbank geeft daarbij aan dat de Hoge Raad slechts één uitzondering heeft geformuleerd, namelijk wanneer de werkgever een gerechtvaardigd belang heeft bij instandhouding van de arbeidsovereenkomst (bijvoorbeeld als de werknemer nog re-integratiemogelijkheden heeft). Als vaststaat dat de werkgever een dergelijk belang niet heeft, kan een werknemer óók als hij bijvoorbeeld in het kader van een 2e spoortraject al bij een andere werkgever werkt, aan zijn eerste werkgever een beëindigingsvoorstel doen onder toekenning van betaling van een vergoeding ter hoogte van de transitievergoeding, welk voorstel de werkgever dan zal moeten accepteren.
Kort en goed; het is geen vanzelfsprekendheid dat als een werknemer door een geslaagde tweede spoor re-integratie bij een andere werkgever aan de slag gaat, hij of zij geen recht heeft op de transitievergoeding. Uiteraard zijn er wel situaties te bedenken dat dat anders kan zijn (bijvoorbeeld de werknemer herstelt weer enigszins, waardoor hij toch te herplaatsen is bij de werkgever zelf, maar hij of zij kiest er zelf voor om bij de andere werkgever te blijven werken), maar in verreweg de meeste gevallen zal de eerste werkgever gewoon de transitievergoeding verschuldigd zijn. Overigens hoeft dat ook geen drama te zijn omdat in de meeste gevallen de compensatie bij het UWV aangevraagd kan worden.
Mochten er hier nog vragen of onduidelijkheden over zijn, neem dan gerust contact met ons op. Op die manier kunnen uw problemen snel(ler) worden opgelost, of zelfs worden voorkomen. Dat noemen wij Service van Nu.
Indien u periodiek op de hoogte gehouden wil worden van arbeidsrechtelijke actualiteiten en andere "Wijsheden van Nu", schrijf u dan hier in voor onze nieuwsbrief.
© 2024 Advocaten van Nu