Inmiddels ben ik weer een paar weken aan het werk en heb ik opvallend veel vraagstukken binnengekregen over werknemers die schade toebrengen aan de werkgever of derden. Tijd voor een blogje hierover.
Artikel 7:661 BW: Werknemer is niet aansprakelijk voor toegebrachte schade, tenzij …
In artikel 7:661 BW zijn de spelregels beschreven voor het geval een werknemer schade toebrengt aan de werkgever of een derde. In dit artikel is onder meer te lezen:
“De werknemer die bij de uitvoering van de overeenkomst schade toebrengt aan de werkgever of aan een derde jegens wie de werkgever tot vergoeding van die schade is gehouden, is te dier zake niet jegens de werkgever aansprakelijk, tenzij de schade een gevolg is van zijn opzet of bewuste roekeloosheid. Uit de omstandigheden van het geval kan, mede gelet op de aard van de overeenkomst, anders voortvloeien dan in de vorige zin is bepaald”.
Met andere woorden: de hoofdregel is dat als een werknemer schade toebrengt aan de werkgever of een derde, de werknemer hiervoor niet aansprakelijk is. Normaal gesproken is degene die schade toebrengt aansprakelijk voor de schade, maar in het geval van een werknemersrelatie wordt hiervan dus afgeweken.
In een aantal gevallen wordt van deze hoofdregel afgeweken en is de werknemer toch aansprakelijk.
Als de schade niet is ontstaan tijdens de uitoefening van de werkzaamheden, is de werknemer in principe aansprakelijk voor de schade. In de jurisprudentie zijn meerdere voorbeelden te vinden van schadegevallen met betrekking tot de leaseauto die in privétijd door de werknemer is veroorzaakt. De werknemer is dan (uitzonderingsgevallen daargelaten) aansprakelijk.
Het begrip uitoefening van werkzaamheden heeft overigens een ruim bereik. Zo heeft de Hoge Raad bepaald dat een werkgever aansprakelijk is (en dus niet de werknemers) voor de schade die veroorzaakt was door werknemers die lampenolie op een barbecue gooiden tijdens een personeelsuitje waarbij het partycentrum in vlammen opging.
Indien er sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer, is de werknemer aansprakelijk voor de toegebrachte schade. De werkgever moet bewijzen dat hiervan sprake is. Tenzij de werknemer erkent dat hij opzettelijk de schade heeft toegebracht, is het in de praktijk vaak erg lastig om opzet te bewijzen.
Het begrip bewuste roekeloosheid biedt wat meer mogelijkheden. Voor bewust roekeloos handelen is vereist dat de werknemer zich direct voorafgaand aan de schade toebrengende situatie daadwerkelijk bewust was van het roekeloze karakter van zijn gedraging. Voorbeelden hiervan in de jurisprudentie zijn onder meer:
Uit de jurisprudentie blijkt wel dat de lat hoog wordt gelegd voor het verhalen van de schade op de werknemer.
Hoofdregel is dat de werknemer niet aansprakelijk is voor schade die tijdens de werkzaamheden is toegebracht. Indien de schade niet tijdens de uitoefening van de werkzaamheden is veroorzaakt of als er sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid, kan de schade mogelijk wel verhaald worden op de werknemer.
Heb je vragen, aarzel niet om even contact met ons op te nemen, wij denken graag met je mee.
© 2024 Advocaten van Nu